Auteur
Vanaf 1 januari 2025 is de samenloopvrijstelling voor de overdrachtsbelasting (ovb) beperkt. In beginsel wordt ovb verschuldigd ter zake van de verkrijging van een kwalificerend aandelenbelang (een derde deel of meer) in een onroerende zaak rechtspersoon (OZR). Er moet dan ovb worden betaald over de waarde van de onroerende zaken, die door de aandelen worden vertegenwoordigd.
Als die onroerende zaken echter bouwterreinen betreffen, of nieuwe gebouwen, die worden verkregen binnen een half jaar na de eerste ingebruikname, kon tot en met 2024 de samenloopvrijstelling worden toegepast. Vanaf 1 januari 2025 kan de samenloopvrijstelling ovb niet meer worden toegepast, indien de onroerende zaken voor minder dan 90% voor btw-belaste handelingen worden gebruikt (bijvoorbeeld vrijgestelde verhuur van woonruimte). In dat geval wordt 4% ovb verschuldigd over de waarde van de onroerende zaken.
Ook verkrijgingen van deelgerechtigdheden in maatschappen, CV’s of Vof’s, die bestaan uit de economische eigendom van onroerende zaken, zijn met ingang van 1 januari 2025 uitgezonderd van de samenloopvrijstelling ovb, indien die onroerende zaken voor minder dan 90% worden gebruikt voor btw-belaste handelingen. Ook in dat geval wordt 4% ovb verschuldigd over de waarde van de onroerende zaken die door de deelgerechtigdheid worden vertegenwoordigd.
Indien de verkrijging van de deelgerechtigdheid zal plaatsvinden vóór 1 januari 2030, op grond van een vóór 19 september 15.15 uur gesloten schriftelijke overeenkomst, kan op grond van overgangsrecht de samenloopvrijstelling mogelijk toch worden toegepast. Hiervoor moet dan wel vóór 1 april 2025 een verzoek bij de Belastingdienst worden ingediend.
De adviseurs van Basalt hebben veel ervaring op dit gebied. Meestal gaat het om maatwerk en zijn de belangen bovendien groot. Graag assisteren wij u dan ook bij dergelijke vraagstukken. Laat het ons weten als wij u met u mee kunnen denken.